babi
babi [varken]. Maleis babi, varken, varkensvlees, overdrachtelijk ook van een vet en dik kind in het Indisch-Nederlands.
Pieter Johannes Veth (2003)
babi [varken]. Maleis babi, varken, varkensvlees, overdrachtelijk ook van een vet en dik kind in het Indisch-Nederlands.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
hoofdstad der gelijknamige Italiaanse provincie en verreweg grootste stad van het gewest Apulië, is fraai gelegen, ten dele op een rotsachtig voorgebergte, aan de Adriatische Zee en is kruispunt van de spoorweg van Foggia over Brindisi naar Otranto en die naar Tarente. Zij bezit een goede, in de jongste tijd aanmerkelijk verbeterde haven en te...
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Babi - 1° een klein eilandje ten N. van Maoemere (Flores, Ned. O. Indië). 2° Een klein eilandje ten W. van Pantar. 3° (Babi-Poeloe of Varkenseiland), eiland ten Z.O. van Simaloer, aan de Westkust van Atjeh; begint zich te ontwikkelen door den houtaankap en de klapperteelt. Bevolking schaarsch.
Jozef Verschueren (1930)
('ba:bi) m. f-’s) [Mal.] O I. 1. Eig. zwijn. 2. Metn. zwijnevlees. 3. Metf. dikzak.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: