Wat is de betekenis van baaldag?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

baaldag

dag waarop men baalt. dag waarop men zich neerslachtig, chagrijnig en futloos voelt en geen zin heeft in de dagelijkse routine; specifieker ook: vrije dag die men kan opnemen als men baalt. Voorbeelden: 'In welke klas zitten jullie?' 'Drie-havo,' zei de jongen en wisselde zijn sporttas van schouder. 'En vinde...

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

baaldag

1) (1977) (inf.) dag dat men thuis blijft omdat men 'baalt' en geen zin heeft om te werken. In het Engels noemt men dit (sinds 1996) 'duvet day'. • Bij de Girodienst denkt men er zelfs aan werknemers elk jaar enkele 'baaldagen' te geven: dagen waarop zij thuis kunnen blijven omdat zij balen van hun werk. (Leeuwarder Courant, 18/08/1977) &bul...

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Baaldag

m. (-en), bijzondere verlofdag die een werknemer kan opnemen als hij om welke reden dan ook weerzin voelt om zijn werk te verrichten. © Aan de invoering van baaldagen bij enkele Ned. bedrijven liggen verscheidene overwegingen ten grondslag: een (tijdelijk) ongemotiveerde werknemer is minder produktief en vormt een belasting voor de goede verho...

2024-04-29
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)