Wat is de betekenis van ASPIS?

2025-07-17
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

aspis

aspis - Ronde, ovale of tweelobbige schilden uit de Griekse Oudheid en daarna; ze waren Dorisch van origine, gemaakt van lagen koeienhuid en groot genoeg om bijna het gehele lichaam mee te beschermen. Oudere modellen werden in de hand gehouden maar latere uitvoeringen hadden een diagonaal geplaatste armband, met een handvat aan de rand, en werden...

2025-07-17
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Aspis

ĭdis, f. adder.

2025-07-17
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Aspis

Aspis - Zie Clupea.

2025-07-17
Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Aspis

Aspis - Ἀσπίς, kaap en stad, oostelijk van Carthago, gesticht door Agathocles, den tyran van Syracuse, in den eersten punischen oorlog tijdelijk door de Romeinen bezet (256) en sedert Clupea genoemd. In 46 werd het tegelijk met Carthago Romeinsche kolonie. Asplēdon, Ἀσπληδών, oude stad der Minyers in Boe...

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ASPIS

m. (aspiden, aspides), de Egyptische brilslang (naja haje)t in Z. Afrika spuwslang geheeten; de aspis kan 1 M. lang worden en komt in geheel Afrika voor. ASPISSLANG, v. (-en). ASPISADDER, v. (-s), eene addersoort (vipera aspis) in het Zuidwesten van Europa.

2025-07-17
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Aspis

1) stad in Byzaciiim (Midden-Afrika), op kaap Aspis, was gesticht door Agathoclcs, werd in den eersten punischeii oorlog door de Romeinen ingenonien, en sedert Clupea of Clypea genoemd; tegenw. Clyben of Aklib. 2) eiland; zie ARCONNESIÏS.

2025-07-17
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)