Wat is de betekenis van Artē?

2024-04-28
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

arte

1. kunst; 2. handwerk; 3. gilde; 4. list, streek; toverkunst; le arti, de gilden.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Artē

adv. 1. eig., nauw samengevoegd, eng, nauw, vast, ook fig., illud arte tenent daaraan houden zij vast, Cic.; eng, nauw opeengedrongen, dicht, signa artius collo care, Sall., spiritus arte meat, kort, zwak, Curt. | overdr., vast, dormire, Cic., alqm diligere, innig, Plin. ep.; krap, kort, artius appellare alqm,...

2024-04-28
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Arte

m. y f. kunst, kunstvaardigheid, vaardigheid; list; las bellas artes, pl. de schone kunsten; las artes liberales, pl. de vrije kunsten; las artes mecánicas, pl. de ambachten; no ser, o no tener, arte ni parte en alguna cosa, niets te maken hebben met iets; con malas artes, met onwaardige middelen.

2024-04-28
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Arte

of Anen. oude buurtschap in Salland.prov. Overijssel, 13 uren gaans benoordoosten Deventer. Bij A., op eene plaats die de Mommerijten genoemd plagt te worden, viel 1 Augustus 1227 een gevecht voor tusschen de Drenthenaars onder aanvoering van Rudolf, burggraaf van Coevorden, en de Utrechtenaars onder aanvoering van hunnen 34stenbisschop Otto, die d...