Wat is de betekenis van armen?

armen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord arm armen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord arme

arm worden; arm maken.

In het Oude Testament wordt de arme dikwijls vermeld. De Mozaïsche wetgeving trachtte den welstand van het volk Israël te bewaren door een onbeperkte uitbreiding van het grondbezit tegen te gaan en door instandhouding van het klein-grondbezit der families. Toch bestond ook in Israël de tegenstelling tusschen rijk en arm, al was die v...

Armen - komen in de heraldiek voor als naakt, dus van natuurlijke kleur, geharnast (beveiligd met een wapenrusting), of met een mouw bedekt of bekleed. Meerendeels komen de armen uit een der schildranden te voorschijn, en zijn dan van den schouder afgesneden; zoo de arm op de helft is voorgesteld, dus zonder elleboog, heet zij voor-arm.

Armen, zie Armoede.