Armatuur
[Lat. armatura = wapening, uitrusting; arma = wapen] 1. (mil.) bewapening; 2. (tech.) stelsel ijzeren banden op een machine; draagconstructie voor lamp; 3. (elektr.) anker van magneet.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat. armatura = wapening, uitrusting; arma = wapen] 1. (mil.) bewapening; 2. (tech.) stelsel ijzeren banden op een machine; draagconstructie voor lamp; 3. (elektr.) anker van magneet.
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Lat.), v. (...turen), 1. wapening van een constructie; — draagconstructie, in ’t bijz. samenstel dat een lichtbron draagt; — 2. (nat.) de armatuur van een magneet, stuk weekijzer aan de polen van een hoefmagneet gelegd; — 3. anker ener dynamo-machine ; — 4. wat tot de uitrusting aan een machine of toestel...
Jacon Kramers Jz (1948)
v. 1 bewapening; wapenrusting; 2 de ijzeren banden, het beslag, die de delen samenhouden; 3 anker v. e. magneet.
M. J. Koenen's (1937)
v. armaturen (Lat. armatura: wapening, uitrusting en al wat daartoe behoort, wapentooi aan zegetekens, praalgraven enz.; bij een machine: beslag; bij een hoefmagneet: stuk week ijzer aan de polen; bij een dynamomachine: anker).
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Armatuur - (zie Lichttechniek), samenstel, dat de eigenlijke lichtbron draagt en zoonoodig tegen beschadiging vrijwaart. Met de a. vormen in den regel één geheel reflectoren en doorzichtige omhulsels, die beide speciaal geconstrueerd kunnen zijn naar gelang de wijze, waarop het licht verdeeld moet worden. Nuttig effect van een a. = verhouding van d...
Jozef Verschueren (1930)
(arma’tu:r) v. (...turen) [Fr. < Lat. armare. wapenen] I. Eig. bewapening, wapenrusting. II. Metn. wapentooi aan zegetekens enz. III. Metf. [wat versterkt als I] 1. ijzeren beslag waardoor de delen van een machine enz. vastgehouden worden. 2. anker aan een magneet of aan een dynamomachine dat de kracht er van verhoogt.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: