Wat is de betekenis van architect?

Het begrip architect heeft 2 verschillende betekenissen: 1) ontwerper van gebouwen. iemand die voor zijn beroep gebouwen ontwerpt en de uitvoering van het bouwen begeleidt. 2) uitdenker. iemand die plannen of systemen uitdenkt.

architect - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) (kunst), (bouwkunde), iemand die gebouwen en constructies ontwerpen|ontwerpt en de leiding neemt tijdens de bouw ervan ♢ De architect voelde zich meer een kunstenaar dan een technicus. Woordherkomst uit het Latijn Synoniemen bouw...

Architect is de algemeen gehanteerde benaming voor een natuurlijke persoon, die ingeschreven staat in het openbare architectenregister en als zodanig erkend en gekwalificeerd is als conceptueel vormgever van ruimtelijke en functionele programma’s, alsmede voor de omzetting daarvan via het bouwproces in concrete vastgoedobjecten, onder zijn (...

architect - zelfstandig naamwoord uitspraak: ar-chi-tect 1. iemand die huizen, gebouwen of steden bedenkt en tekent ♢ welke architect heeft deze kerk ontworpen? Zelfstandig naamwoord: ar-chi-tect de architect...

(architekt) bouwkundige; bouwmeester

De geestelijke vader (m/v), de persoon achter de schermen. Bij voorbeeld: de architect van een kabinet of van een bezuinigingsoperatie.

Hij is vormgever van bouwwerken (architectuur = bouwkunst); hij bepaalt uitwendige vorm en zinvolle inpassing in de omgeving; hij verzorgt de indeling van vertrekken, etages en trappen. De bouwkundig ingenieur of staticus berekent de draagconstructie, vooral die van staal of gewapend beton, en voert het onderzoek van de grondslag uit. Beiden houden...

bouwkundige, architectonisch, bouwkundig

s., boumaster, architekt.