Wat is de betekenis van Archimandriet?

Archimandriet (gr. leider van een schapenkudde) is de abt van een groot klooster.

[MLat. archimandrita, van laat-Gr. archimandritès; mandra = klooster] overste van een of meer kloosters in Gr. kerk.

Griekse opperabt

waardigheidsbekleeder in de Oostersche Kerken, voor kloosters te vergelijken met den → aartsabt in de Westersche Kerk, buiten de kloosters met den → Vicaris-Generaal of → Officiaal. De waardigheid kan ook titulair zijn.

overste van een Grieks klooster.

(van Gr.: archi, aarts; mandra, omheinde plaats, later: klooster) is de naam die in de Oosterse Kerk gebruikt wordt voor de overste van een belangrijk ldooster of voor iemand die aan het hoofd staat van een groep kloosters (generaal of provinciaal-abt). Tegenwoordig wordt de eretitel archimandriet ook gegeven aan priesters, die geen kloosterling zi...

m. (-en), Grieks opperabt.

m. hoofd v. een of meer kloosters i. d. Griekse kerk.

is in de Griekse Kerk een opper- of aarts-abt, die het opzicht heeft over onderscheiden abten en kloosters. De archimandriet staat onder den bisschop. Door Griekse kloosters kwam die titel ook op Sicilië in gebruik. Tevens geeft men die aan de opperabten der verenigde Grieken in Polen, Galicië, Zevenburgen, Hongarije, Slavonië en Ven...