Arabier
Arabier - Zelfstandignaamwoord 1. (demoniem) een persoon met het Arabisch als moedertaal
Wiktionary (2019)
Arabier - Zelfstandignaamwoord 1. (demoniem) een persoon met het Arabisch als moedertaal
Jan Luitzen (2008)
(de; -en) GY - oefening waarbij de gymnast(e) een radslag maakt met V4 draai in de richting vanwaar hij gestart is, waarna hij met gesloten benen in stand landt (omdat via een arabier de voorwaartse loop- of sprong- snelheid wordt omgezet in rugwaartse snelheid, is de arabier vaak het begin van een vloeroefening met moeilijke sprongen die, achter e...
Martin Meulenberg (2003)
Elke persoon wiens moedertaal het Arabisch is. Voor de komst van de islam refereerde het woord arab aan de nomaden die op het Arabisch Schiereiland rondtrokken, d.w.z. het huidige Saoedi-Arabië en de omliggende landen. Met de verspreiding van de islam verspreidde zich ook het Arabisch, de taal waarin de koran is geschreven. Tegenwoordig duidt men m...
Veerman (1954)
paard van Arabische, Perzische of Barbarijse herkomst, middelmatig van grootte met fijne regelmatige en evenredige lichaamsbouw. Vormde mede de grondslag van de verschillende warmbloedrassen. De fokkerij en de instandhouding van dit ras in Ned. wordt bevorderd door de Vereniging ‘De Nederlandse Arabierenclub’.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), 1. inboorling van Arabië ; 2. paard van Arabisch ras ; 3. (w. g.) grap, snakerij ; per arabier, bij toeval, bij geluk, per bof.
Jozef Verschueren (1930)
(ara'bi:r) m. (-en) man of dier in of uit Arabië nl. 1. inboorling, man afkomstig van Arabië: de -en zijn Semieten en hebben zich ook over West-Afrika verspreid. 2. Arabisch paard.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: