Wat is de betekenis van appreteren?

appreteren - Werkwoord 1. (ov) (textielindustrie) nader behandelen, afwerken, verstevigen Woordherkomst afgeleid van het Franse apprêter (met het achtervoegsel -eren)

[Fr. apprêter] eig.: gereedmaken, prepareren; spec.: linnen e.d. glanzen, pappen.

bewerken van een stof

Laatste bewerking in de wollenstoffenfabricage. De stof. van alle pluizen en noppen ontdaan, wordt geschoren en geperst om een goed uitziend en gelijkmatig eindprodukt te verkrijgen. Zie verder; Textielindustrie; wollenstoffenindustrie; Tilburgse -.

gereedmaken; gladmaken (van leder, weefsels, enz.)

(appreteerde, heeft geappreteerd), een stof nader bewerken om haar als handelswaar meer waarde te geven, b.v. lakens glanzen.

(pappen of lijmen) is de term, waarmee men in de textielwereld vaak alle bewerkingen samenvat, waardoor aan textielwaren de voor de handel en gebruikers gewenste uiterlijke en tastbare eigenschappen (greep, ruwheid, enz.) worden gegeven. Het bleken, merceriseren, verven en drukken, hoewel van groot belang voor de uiterlijke eigenschappen, worden in...

geappreteerd (Fr. [v. Lat. praesto = bij de hand]: door bepaalde bewerkingen iets voor het gebruik geschikt maken, grotere gebruikswaarde er aan geven inz. bij geweven stoffen: laken glanzen, enz.).

(pre'te:rən) (appreteerde, heeft geappreteerd) [Fr. < Lat. ad + paratus, gereed] 1. Algm. gereed maken. 2. Inz. glanzend maken. appreteur (pre'teur) m. (-s). appreteuse v. (-s).