Wat is de betekenis van Apotheker?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

apotheker

iemand die medicijnen verkoopt. iemand die voor zijn beroep in een apotheek medicijnen verkoopt die ofwel kant en klaar door de farmaceutische fabriek worden aangeleverd, ofwel ter plekke door de apotheker worden gemaakt en die op recept door een arts voorgeschreven kunnen zijn. Voorbeelden: De apotheker is de geneesmiddelendeskundig...

2024-04-26
Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Apotheker

Een apotheker of farmaceut is specialist op het gebied van geneesmiddelen. Hij of zij mag geneesmiddelen afleveren aan mensen. De meeste mensen die bij de apotheker komen hebben een recept of voorschrift meegekregen van de (huis)arts. De apotheker of apothekersassistent mogen dit dan aan de klant meegeven. Een apotheker werkt meestal voor een apoth...

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

apotheker

(1998) (wielr.) renner uit het peloton die in stimulerende middelen handelt. De Italiaanse bergkoning Rodolfo Massi werd met deze bijnaam vereerd. In 1998 werd hij tijdens de Tour gearresteerd omdat hij verboden producten had verkocht aan andere renners. Zijn zaak werd echter geseponeerd bij gebrek aan voldoende bewijzen. 'Apotheker in de achterzak...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

apotheker

apotheker - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand die beroepsmatig geneesmiddelen bereidt en verkoopt Apothekers maken zich zorgen om toename medicijntekort Woordherkomst uit het Frans Synoniemen farmaceut Verwante begrippen apothekeres, apotheek

2024-04-26
CBS begrippenlijst

CBS (2018)

Apotheker

Een persoon die opgeleid, gediplomeerd en bevoegd is om geneesmiddelen te bereiden en te verkopen.

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

apotheker

apotheker - zelfstandig naamwoord uitspraak: a-po-the-ker 1. iemand die medicijnen maakt en verkoopt ♢ ik vroeg aan de apotheker welke tabletten ik moest nemen Zelfstandig naamwoord: a-po-the-ker de apotheker...

2024-04-26
Familienamen

Leendert Brouwer (2017)

Apotheker

Beroepsnaam: apotheker. Uit het onderstaande blijkt dat de Groningse families Apotheker en Pothuis dezelfde voorouders hebben. Het zou mooi zijn als zou blijken, dat de nog familienaamloze voorouders een kruidenhandeltje in het pothuis bij hun woonhuis hielden en zij dit als apotheek presenteerden.

2024-04-26
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

apotheker

Renner uit het peloton die in stimulerende middelen handelt. De Italiaanse bergkoning Rodolfo Massi werd met deze bijnaam vereerd. In 1998 werd hij tijdens de Tour gearresteerd omdat hij verboden producten had verkocht aan andere renners. Zijn zaak werd echter geseponeerd bij gebrek aan voldoende bewijzen. ‘Apotheker in de achterzak’: uitdrukking g...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

apotheker

(de; s) 1 AL - daartoe opgeleide, afgestudeerde persoon die bevoegd is geneesmiddelen te bereiden en te verkopen. 2 - renner in het peloton die doping dealt. • In het Festina-onderzoek was naar voren gekomen dat Rodolfo Massi een dopinghandelaar in het peloton was die een echt netwerk had. (...) Massi kreeg na de Tour van 1998 toepasselijk de bijn...