Wat is de betekenis van antibiose?

antibiose - Zelfstandignaamwoord 1. (biologie) parasitisme waarbij minstens een van de partners te gronde gaat Woordherkomst afgeleid van het Griekse 'bios' (leven) met het voorvoegsel anti- met het achtervoegsel -ose Antoniemen symbiose

[v. Gr. anti = tegen, en bios = leven] het verschijnsel dat bep. soorten organismen op een zelfde plaats een ongunstige invloed op elkaar uitoefenen (een vorm van antagonisme, z.a.), en wel doordat de stofwisselingsprodukten van een der soorten organismen giftig zijn voor de andere; deze gifstoffen zijn de antibiotica.

parasitisme waarbij een van de partners verloren gaat

(G., anti = tegen; bios = leven), ➝antagonisme, ➝antibiotica.

noemt men tegenwoordig het verschijnsel van de wederzijdse remming van de groei van verschillende micro-organismen*.

is de naam, in 1889 voor het eerst gebruikt door Vuillemin ter aanduiding van het verschijnsel, dat in planten- en dierenwereld het ene individu zich handhaaft ten koste van een ander. Toen Ward in 1899 het woord opnieuw voorstelde, sloeg het op een beperkter gebied en werd er wederzijdse remming van de groei van micro-organismen onder verstaan. In...