Amsterdammertje
Amsterdammertje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord Amsterdammer
Wiktionary (2019)
Amsterdammertje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord Amsterdammer
Ewoud Sanders (2019)
Van de vele betekenissen van amsterdammertje vermeldt Van Dale onder meer: een soort schenkkannetje, zekere hangklok, een Goudse kaas van zes kilo, en het bekende, verdomde anti- parkeerpaaltje (het staat er neutraler). Aan het eind van de jaren vijftig werd amsterdammertje voor het eerst opgetekend in de betekenis 'borrel'. Het werd toen beschouwd...
Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)
1. gietijzeren stoeppaaltje om het parkeren op de stoep te voorkomen: Pl. Amst.; 2. borrel: SANDERS; 3. laatste drank uit de fles, die gratis mag worden opgedronken; daarna wordt het glaasje opnieuw gevuld, flessengeluk: LUITZEN 42.
Jaap Zeeman (2011)
Een 18de-eeuwse wandklok met een platine-uurwerk met een looptijd van circa drie dagen. De eiken kast is meestal gefineerd met wortelnoten en heeft een rechthoekige staart. Soms zijn hieraan kleine uitgezaagde ornamenten bevestigd. De wijzerplaat is meestal van messing met een losse verzilverde cijferring. Maan- en datumaanwijzing komen vaak voor....
Marc de Coster (1999)
Amsterdammertje - trottoirpaal; metalen paaltje op de stoep, bedoeld om het foutparkeren tegen te gaan. Begin jaren zeventig werden de eerste amsterdammertjes, toen nog van gietijzer, door de gemeente Amsterdam geplaatst. Met de jaren verschenen ze ook in het straATBeeld van andere steden: onder een andere naam, geverfd in een andere kleur en meest...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: