amai
(1907) (Vlaanderen, inf.) uitroep van teleurstelling of verbazing. Vaak in verbindingen zoals ‘amai mijn voeten.’ • Amai Tsjorl, amai! Blaif van m'n lâf, zulle kerel! Awel, wor blâf-de mi-j-à faif freng? Sûkeleer! (E. d’Oliveira: Quasi-socialisten. Hollanders te Antwerpen. Deel 2. 1907) • De Soo...