Wat is de betekenis van ALLERHANDE?

I. bn. (onverbogen) en onbep. telw. (thans als germ. gevoeld), van alle soort, van zeer verschillende soorten: mensen van allerhande staat: zij schaften allerhande misbruiken af; — op allerhande wijzen, op de meest verschillende manieren; (tautologisch) gerechten van allerhande soort; II. zn. o. (-s), zekere soort...

allerhande - Onbepaald voornaamwoord 1. van allerlei soort ♢ We hebben in dat park allerhande dieren gezien. Woordherkomst samenstelling van aller en hande

allerhande - voornaamwoord uitspraak: al-ler-han-de 1. in veel soorten ♢ ze verkochten allerhande kaarten 1. allerhande [soort luxe roomboterkoekjes] Voornaamwoord: al-ler...

allerlei.

adj., alderhanne, allerhanne, lykfolhwat.

1. soortgetal en bn. (van alle, van zeer verschillende soort): allerhande koek, op allerhande wijze; spreekt, allerhande; 2. o. (kleingoed, koekjes); ook, allerhande.

('handə) [Mned. hand, soort]. 1. onbep telw. van alle soort: koek; van aard; op wijzen Syn. allerlei, onderscheiden, velerhande, velerlei, verscheiden, verschillend. 2. o. klein gebak, koekjes van allerhande soort.

allerhande vnw. 'van alle soort' categorie: geleed woord Mnl. alrehande 'veelsoortig' [1240; Bern.], allerhande 'id.' [1253; CG II, Gez.reg.]; nnl. ook als zn. allerhande 'koekjes van alle soorten' [1851; WNT Supp.]. Ontstaan uit de genitief mv. van al en ...

Allerhande bn. (onverbogen) van alle soort, van zeer verschillende soorten menschen van allerhanden staat; zij schaften allerhande misbruiken af; — op allerhande wijze, {wijzen), op de meest verschillende manieren; (tautologisch) gerechten van allerhande soort; —, o. (-s), soort gebak, koekjes, kleingoed.