Algoed
bn., volmaakt goed, onuitputtelijk in liefde (attribuut der Godheid); — als zn. de Algoede, God.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., volmaakt goed, onuitputtelijk in liefde (attribuut der Godheid); — als zn. de Algoede, God.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
Algoed bn. volmaakt goed, onuitputtelijk in liefde (attribuut der Godheid). ALGOEDE, m. God. ALGOEDERTIEREN, bn.; — HEID, v.
I.M. Calisch (1864)
Algoed, bn. zeer -, bij uitstek -, ten hoogste goed. *-E, m. gmv. God. *-HEID, v. gmv. een der eigenschappen van God.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: