Wat is de betekenis van ALGOEDE?

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Algoede

v., 1. plant' (Chenopodium bonus Henricus) van de familie der Melden, thans algoede ganzevoet of Brave Hendrik geheten ; 2. (gew.) scharlei.

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Algoede

m. (God; de Godheid, die nl. boven allen en alles goed is): de Algoede moge u geleiden! ook, Algoedheid.

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Algoede

('goedə) m. 1. algoede God : de moge u leiden. 2. algoede Plantk. ➝ brave Hendrik.

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ALGOEDE

Algoede v. plant (chenopodium bonus Henricus) van de familie der Melden, thans algoede ganzevoet of goede hendrik, of ook wel lammekensoor, wilde spinazie en hondsmelde geheeten; — (gew.) ook voor scharlei.