Algoede
v., 1. plant' (Chenopodium bonus Henricus) van de familie der Melden, thans algoede ganzevoet of Brave Hendrik geheten ; 2. (gew.) scharlei.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. plant' (Chenopodium bonus Henricus) van de familie der Melden, thans algoede ganzevoet of Brave Hendrik geheten ; 2. (gew.) scharlei.
M. J. Koenen's (1937)
m. (God; de Godheid, die nl. boven allen en alles goed is): de Algoede moge u geleiden! ook, Algoedheid.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
('goedə) m. 1. algoede God : de moge u leiden. 2. algoede Plantk. ➝ brave Hendrik.
J.H. van Dale (1898)
Algoede v. plant (chenopodium bonus Henricus) van de familie der Melden, thans algoede ganzevoet of goede hendrik, of ook wel lammekensoor, wilde spinazie en hondsmelde geheeten; — (gew.) ook voor scharlei.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: