Wat is de betekenis van algemeenheid?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Algemeenheid

v., 1. hoedanigheid van algemeen te zijn in de verschillende betekenissen; 2. (.. heden), algemene, vage beschouwing, gezegde: hij maakt er zich met algemeenheden af; — collect. (recht.) algemeenheid van roerende zaken (artt. 601 en 606 B. W.), in tegenst. tot één bepaalde roerende zaak.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

algemeenheid

algemeenheid - Zelfstandignaamwoord 1. het algemeen-zijn Woordherkomst afgeleid van algemeen met het achtervoegsel -heid Verwante begrippen generaliteit, universaliteit, universeelheid

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

algemeenheid

algemeenheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: al-ge-meen-heid 1. als je naar het geheel kijkt ♢ in zijn algemeenheid is dit een goede school 2. vaag, niet duidelijk gezegde ♢ deze minister pra...

2025-07-15
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

algemeenheid

- bij/met algemeenheid van stemmen, eenparig, met eenparigheid van stemmen. Met algemeenheid van stemmen en een uitbundig applaus keurden beide kamers van de Opperste Sovjet vrijdag in Moskou de nieuwe grondwet van de Sovjet-Unie goed. - DS, 09-10-2002.

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Algemeenheid

s., algemienens.

2025-07-15
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

algemeenheid

v. algemeenheden (hoedanigheid van algemeen zijn; vage beschouwingen, gezegden): zich met algemeenheden v. iets afmaken.