agrariërs
agrariërs - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord agrariër
Wiktionary (2019)
agrariërs - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord agrariër
Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)
landbouwers; politieke partij, die bovenal bescherming van de landbouw eist. agrarisch op de landbouw of landbouwers betrekking hebbend bijv. agrarische bank: boerenleenbank.
Fokko Bos (1914)
agrariërs - m. mv., landbouwers; politieke partij, die bovenal bescherming van den landbouw eischt.
J. Kramer (1908)
de partij die den landbouw zoekt te bevorderen en te beschermen; in Duitschland een politieke partij.
J.H. van Dale (1898)
Agrariërs m. mv. de landbouwende partij; zij die den landbouw willen beschermen en doen bloeien.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: