Wat is de betekenis van AGRARIËRS?

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

agrariërs

agrariërs - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord agrariër

2024-04-30
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Agrariërs

landbouwers; politieke partij, die bovenal bescherming van de landbouw eist. agrarisch op de landbouw of landbouwers betrekking hebbend bijv. agrarische bank: boerenleenbank.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Agrariërs

m. mv., partij der landbouwers; zij die de landbouw willen beschermen en doen bloeien.

2024-04-30
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Agrariërs

Agrariërs - zie AGRARISCHE PARTIJ.

2024-04-30
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

agrariërs

agrariërs - m. mv., landbouwers; politieke partij, die bovenal bescherming van den landbouw eischt.

2024-04-30
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Agrariërs

de partij die den landbouw zoekt te bevorderen en te beschermen; in Duitschland een politieke partij.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

AGRARIËRS

Agrariërs m. mv. de landbouwende partij; zij die den landbouw willen beschermen en doen bloeien.