Wat is de betekenis van afzetter?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

afzetter

iemand met te hoge prijzen. iemand die veel te hoge prijzen in rekening brengt voor wat hij verkoopt of doet. Voorbeelden: Eens vroeg hij mij naar de prijs van mijn kostuum, want hij vond mij altijd zo keurig gekleed. Ik noemde naam en adres van mijn kleermaker, de prijs van het pak, ik meen iets van zeventig gulden (begin van de jar...

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afzetter

afzetter - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die door misleiding een buitensporige betaling voor iets weet te verkrijgen Woordherkomst afgeleid van afzetten met het achtervoegsel -er

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Afzetter

s., ôfsetter, strûper, knevel, snijer(sbaes).

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afzetter

m. (-s), iem. die afzet, inz. iem. die anderen te veel laat betalen, door ze sluw te bedriegen; — iem. die goederen koopt en die niet of slechts ten dele betaalt.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afzetter

m. afzetters (sluwe bedrieger, inz. die een koper enz. te veel laat betalen).

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

AFZETTER

Afzetter m. (-s), iem. die anderen te veel laat betalen, door ze sluw te bedriegen; — iem. die goederen koopt en die niet of slechts ten deele betaalt. AFZETSTER, v. (-s).