Wat is de betekenis van AFZETSEL?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afzetsel

o. (-s, -en), 1. middel tot afzetting van een ruimte; schutting, heining, hek of soortgelijke afsluiting, afschutsel; 2. (bloem- en boomkwekerij) rank of loot die door afzetting of aflegging tot een afzonderlijk gewas gemaakt is; — (fig.) loot, telg, afstammeling : een mensengeslacht, in miliioenen afzetsels uitgebreid ; 3. (vero., b...

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afzetsel

o. afzetsels, afzetselen (loot, stek; aan een kleed: strook, ook: neerslag).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afzetsel

o. (-s; -tje) afgezette tak, twijg, loot.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

AFZETSEL

Afzetsel o. (-s, -en;, een middel tot afzetting van eene ruimte; eene schutting, heining, hek of soortgelijke afsluiting, afschutsel; — (bloem- en boomkweekerij) eene rank of loot van eene plant of boom die door afzetting of aflegging tot een afzonderlijk gewas gemaakt is; (ook fig.) een menschengeslacht, in millioenen afzetsels uitgebreid;...

Gerelateerde zoekopdrachten