Wat is de betekenis van AFWISSELING?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afwisseling

afwisseling - Zelfstandignaamwoord 1. variatie. Je moet voor wat meer afwisseling in je leven zorgen. Woordherkomst Naamwoord van handeling van afwisselen met het achtervoegsel -ing. Verwante begrippen afwisselend

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afwisseling

afwisseling - zelfstandig naamwoord uitspraak: af-wis-se-ling 1. opeenvolgende dingen die steeds anders zijn ♢ er is veel afwisseling bij deze baan Zelfstandig naamwoord: af-wis-se-ling de afwisseling Syno...

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

afwisseling

verandering, variasie.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Afwisseling

s., ôfwikseling, fordivedaesje, fariaesje, fortier (it).

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afwisseling

v. (-en), 1. beurtelingse opvolging of onderlinge wisseling, met het bijdenkbeeld dat de zaken onderling verschillen: afwisseling van ernst en boert ; de maand Maart met haar gehate afwisseling van sneeuw, storm en regen ; — gedurige of gestadige afwisseling, zich telkens of regelmatig herhalende [men zegge niet bestendig...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afwisseling

v. afwisselingen (verscheidenheid; opeenvolging, verandering): ter, bij, tot afwisseling; voor de afwisseling.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afwisseling

v. (-en) 1. Eig. het afwisselen : bij Syn. beurtelings. 2. Metn. verscheidenheid : brengen in iets; ter, tot, voor de -. Tgst. eentonigheid.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)