Wat is de betekenis van afvoeren?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

afvoeren

1. (1999) (euf.) ontslaan; wandelen sturen. • Maar de CDA’ers die voor het conservatieve alternatief voelen, zijn afgevoerd (zoals Wim Mateman).... (Elsevier, 22/05/1999) • “Afvoeren die vent!” gilde die rechercheur. (Hendrik Jan Korterink: De Haagse penose. Achter de schermen van een gesloten onderwereld. 2012) 2. (...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afvoeren

afvoeren - Werkwoord 1. (ov) verwijderend wegleiden De gevangenen werden afgevoerd naar het kamp. De uitlaatgassen worden afgevoerd in een pijp die boven het dak uitsteekt. afvoeren - Werkwoord 1. (in een bijzin) meervoud verlede...

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afvoeren

afvoeren - regelmatig werkwoord uitspraak: af-voe-ren 1. naar een andere plaats brengen ♢ het puin is afgevoerd naar de vuilverbranding 1. één klap en je kunt hem afvoeren [hij is overwonnen]...

2024-04-29
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

afvoeren

(1) een nogal cynische term voor ontslagen; wandelen sturen. Vgl. afserveren*. Maar de CDA’ers die voor het conservatieve alternatief voelen, zijn afgevoerd (zoals Wim Mateman)... Elsevier, 22-03-99 (2) in de gevangenis stoppen; doden. Eerst hebben Nederlandse militairen onder hun ogen de mannen van Srebrenica laten afvoeren. de Volks...

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Afvoeren

v., ôffiere.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afvoeren

I.(voerde af, heeft afgevoerd), 1. naar elders voeren, geleiden (inz. gevangenen en krijgslieden) of vervoeren: men voerde de gevangenen (van) de markt af; het vee moet om twee uren (van) de markt af gevoerd zijn ;af- en aanvoeren, van en naar een plaats voeren, doen vertrekken en naderen; (zaken) wegvoeren en aanbrengen; 2....

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afvoeren

voerde af, h. afgevoerd (naar elders voeren, in verschillende opvattingen): het water afvoeren; goederen de Rijn afvoeren; iem. van de ledenlijst afvoeren, schrappen.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Afvoeren

het van een plaats wegleiden van water, het door stroomend water doen medevoeren van vaste stoffen. Hiertoe dienen afvoerbuizen, -goten, -kanalen, -pijpen e.d.