Wat is de betekenis van afstand?

2023-12-06
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afstand

afstand - Zelfstandignaamwoord 1. de ruimte die zich ergens tussen bevindt Van hier naar de noordpool is een behoorlijke afstand. 2. ~ doen van iets: geen aanspraak meer doen op eigendomsrechten, schenken, doneren, cessie, geven, afstaan Het meisje deed m...

2023-12-06
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Afstand

Afstand - 'met afstand': met een duidelijke voorsprong. 'Iemand op afstand zetten': een duidelijk voorsprong nemen op. Beide uitdrukkingen zijn van Vlaamse origine, maar raken langzamerhand ook ingeburgerd in de Nederlandse wielertaal. De man die met afstand als beste Nederlandse klimmer te boek stond, mocht nota bene genieten van de anonimiteit de...


Direct alle 20 resultaten bekijken?

Word vriend van Ensie!

2023-12-06
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afstand

afstand - zelfstandig naamwoord uitspraak: af-stand 1. ruimte tussen twee plaatsen of dingen ♢ welke afstand hebben jullie gelopen? 1. je moet een beetje afstand nemen [er niet meer zo druk mee bez...

2023-12-06
Woordenboek van het Kadaster

Kadaster (2017)

Afstand

(Synoniem voor: Doorhaling) Een doorhaling is het machtigen van de bewaarder tot een doorhaling van een hypotheek of een beslag door een inschrijving van een verklaring van waardeloosheid op een inschrijving van een hypotheek of een beslag in de openbare registers.

2023-12-06
Begrippenlijst toerisme

Digischool (2010)

Afstand

De afstand tussen twee plaatsen gemeten in kilometers, reistijd en kosten.

2023-12-06
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

afstand

(de; en) LO - looponderdeel van een zekere lengte, bv. de 1.500 m, 100 m horden.

2023-12-06
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

afstand

- iemand op afstand houden, iemand op een afstand houden. Torhout reageerde gepast in de tweede set maar moest lang strijden om de thuisploeg definitief op afstand te houden. - DS, 10-02-2003. - iemand op afstand zetten, op iemand een voorsprong halen. - van op (een) afstand, van een afstand, op een afstand.

2023-12-06
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Afstand

met - met grote voorsprong; duidelijk; verreweg; met groot verschil. Deze uitdr. stamt uit de sportverslaggeving, waar ze werd gebruikt m.b.t. een (overduidelijke) overwinning. Wellicht ontleend aan het Duits, waar sportverslaggevers de uitdr. mitAbstand al sinds ca. 1920 gebruiken (Klipper). Reinsma 1984 vermeldt enkel de sportbet. Teg. echter in...

2023-12-06
Politiek woordenboek

Marco Bunge (1985)

Afstand

1. Distantie. Een kamerlid neemt afstand van bepaalde opmerkingen van zijn fractievoorzitter door aan te geven op welke punten hij andere opvattingen over de betrokken kwestie heeft.2. Technische term die veel wordt gebruikt in debatten over inkomenspolitiek. Zo kunnen sociale uitkeringen op afstand zijn gekoppeld aan de gemiddelde stijging van de...

2023-12-06
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

afstand

Iem. op afstand zetten, op iem. een voorsprong nemen.

2023-12-06
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Afstand

s., ôfstân, distânsje; korte —, hoannestap; lange — om te reiken, rik; de — vermindert snel (bij lopen), it rint hurd oan; zich op een — houden, jin tobek hâlde; (het afstaan), ôfstân; als huurder — van iets doen, eat opdrage; geen...

2023-12-06
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afstand

m., 1. (bijb. dicht.) het laten varen van een voornemen, een handeling of een gezindheid : afstand van ongerechtigheid'; 2. de handeling waarbij men een bezit of een aanspraak opgeeft, het laat varen : hij schrikt van een testament, als ware het een voorbarige afstand van zijn goed; — inz. met betr. tot macht of regering:...

2023-12-06
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Afstand

kortste verbinding tussen twee punten. In een plat vlak is dat de rechte lijn die de punten verbindt, op een bol (de aarde) is dat het kleinst bevatte stuk van de grote cirkel die door de punten gaat.

2023-12-06
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Afstand

(1) heet de lengte van de verbinding tussen twee plaatsen en wordt op verschillende wijzen aangegeven. Ook is het de vaste uitdrukking voor abdicatie of het afzien van een troon door een koning. In het algemeen wordt de afstand aangegeven door de lengte van de rechte lijn, die twee voorwerpen verbindt.De afstand van dorpen en steden wordt echter op...

2023-12-06
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afstand

m. afstanden (1 de daad van afstaan inz. het laten varen v. e. voornemen, aanspraak, recht enz.; 2 de lengte van de rechte lijn, die twee punten verbindt, de kortste weg tussen twee punten, plaatsen, ruimten): 1. afstand doen van de regering; afstand doen van bezittingen enz.; (rechtst.) afstand van een klacht; 2. een grote afstand afleggen; op ee...

2023-12-06
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afstand

('af) m. (-en; -je) A. [af, verwijderd + staan, Metn.) I. Eig. 1. Algm. tussenruimte tussen twee plaatsen of punten : de tussen twee torens ; een grote, verre, onmetelijke -; een afleggen, aflopen. Gez. een zekere bewaren of zich op een (van iemand) houden, zich niet gemeenzaam met hem inlaten; iemand op een houden, zorgen dat hij niet te geme...

2023-12-06
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Afstand

Afstand - 1) (wisk.), a. tusschen twee punten: de lengte van de rechte verbindingslijn. b. tusschen twee, hetzij evenwijdige, hetzij kruisende lijnen: de lengte van de gemeenschappelijke loodlijn. c. tusschen twee evenwijdige vlakken: de lengte van de gemeenschappelijke loodlijn. d. de sferische a.: de afstand tusschen twee punten op den bol, gemet...

2023-12-06
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Afstand

Afstand - (cessie). Afstand van goederen of vorderingen. Zie Acte van cessie en Cessie.

2023-12-06
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Afstand

de lengte der ruimte tusschen twee punten.

2023-12-06
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

AFSTAND

m. (bijb. dicht.) het laten varen van een voornemen, eene handeling of eene gezindheid afstand van ongerechtigheid; — den eigendom of het bezit van of wel de aanspraak op iets laten varen hij schrikt van een testament, als ware het een voorbarige afstand van zijn goed, in den daarop volgenden morgen werd Napoleon een enkel uur tijd gegeven om...