Wat is de betekenis van afbreking?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afbreking

afbreking - Zelfstandignaamwoord 1. het afbreken Woordherkomst Naamwoord van handeling van afbreken met het achtervoegsel -ing Verwante begrippen onderbreking, afbraak

2024-04-28
Groot Retorisch Woordenboek

Paul Claes, Eric Hulsens (2015)

afbreking

[1] Verzwijging↗; ant. aanvulling. [2] Lettergreepsplitsing aan het eind van een regel met behulp van een afbrekingsteken (-), soms gecombineerd met enjambement↗.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afbreking

v. (-en).

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afbreking

('av) v. (-en).

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Afbreking

af'breking, v. (-en), het afbreken, vooral in taalkundige betekenis. Het hanteren van afbrekingen in teksten gebeurt alleen als het onvermijdelijk is. Voor het goed afbreken van woorden is vaak de uitspraak al een norm, maar deze gaat lang niet altijd op. Regels voor Nederlandse woorden: 1. van samenstellingen scheidt men de afzonderlijke de...

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)