Wat is de betekenis van afboorden?

2024-04-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

afboorden

(boordde af, afgeboord) afbiezen. De hoofdactiviteit van het bedrijf bestond uit het afboorden van tapijten. -GvA, 26-05-1999. En ook al zie je T-shirts met lange mouwen opduiken, charmant blijven ze toch dankzij de leuke kleuren en de zachte kantjes en broderies die het geheel afboorden. - BvL, 10-08-2001.

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

afboorden

(Iets) afzetten; (naaist.) met een bies afzetten, afbiezen. Wij (kwamen) langs de benedenbaan terug. Die was afgeboord met de oudste, meest verwrongen knotwilgen die ik ooit heb gezien, LIA TIMMERMANS 1962, 108. De V-hals, de mouwen en de zakken zijn afgeboord in een bijpassende kontrasterende toon, Vrouw en Wereld jan. 1976. Afl.:...

Gerelateerde zoekopdrachten