Wat is de betekenis van ademen?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ademen

ademen - Werkwoord 1. (inerg) (medisch) de voor het leven nodige lucht inzuigen en weer uitdrijven Als je niet goed kunt ademen ben je benauwd. Je kunt via de neus of via de mond ademen. Woordherkomst Afgeleid van adem met het achtervoe...

2024-04-24
Nicolaas Klei

Auteur van o.a." Tot op de bodem" (2005)

Ademen

Geliefde bezigheid van verrassend veel wijndrinkers. ‘Ja, ik heb de wijn al ontkurkt. Zo kan hij wat ademen.’ ‘Goh. En als straks nou blijkt dat we meer dorst hebben dan die ene ademende fles kan lessen, gaan we dan een uurtje gezellig uit het raam kijken terwijl fles twee adem staat te happen?’‘Eh...’‘Precies. En het is nog nergens v...

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ademen

ademen - regelmatig werkwoord uitspraak: a-de-men 1. lucht opzuigen en weer uitblazen ♢ de gewonde ademt nog 2. lucht doorlaten ♢ deze plastic jas ademt niet Regelmatig werkwoord:...

2024-04-24
Klokkenlexicon

Jaap Zeeman (2011)

ademen

De in- en uitgaande beweging die een spiraal veer van een uurwerk met een balans maakt tijdens het lopen. f: respirer, battre d: atmen e: expand

2024-04-24
Eerste hulp bij wijn begrippenlijst

Harold Hamersma (2005)

ademen

'Zal ik de fles vast een uurtje openzetten?' Prima idee, maar helpt niks. Dat vierkante centimetertje lucht waarde wijn zijn frisse neus kan halen, heeft geen enkele invloed op zijn gestel. Kwaad kan het ook niet, behalve als-ie al erg op leeftijd is. Dan kan die plotselinge confrontatie met de vrijheid wel eens tot versnelde aftakeling leiden. Wie...

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ademen

v., sykhelje, amje, azemje; hijgend —, hymje en pûste; moeilijk —, smûge.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ademen

(bij dichters ook âmen, in volkstaal Asemen), (ademde, heeft geademd), 1. de voor het leven nodige lucht inzuigen en weer uitdrijven; vooral als onwillekeurige beweging; — ruimer ademen, (fig.) zich verruimd, verfrist gevoelen, ontheven van hetgeen tevoren beklemde of bezwaarde; — vrij ademen, in vrijheid leven; — al wat ade...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ademen

ademde, heeft geademd, 1. ademhalen; hij leeft, hij ademt nog; 2. inademen, in zich opnemen, meestal fig.; hier ademt men niets dan rust, geniet; 3. uitademen, meestal fig.; lit. t. amen; spreekt, asemen: haar ziel ademt enkel deugd, openbaart; zegsw. wraak ademen, vol wraaklust.