Wat is de betekenis van Acusticus-gezwel?

2024-04-27
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Acusticus-gezwel

gezwel, dat uitgaat van den N. acusticus en van uit den meatus auditorius internus in de achterste schedelgroeve groeit, en, deze vullende, de pons Varoli, het verlengde merg, de kleine hersenen en de hersenzenuwen verdringt; hierdoor gevaarlijk voor het leven, doch goedaardig (fibromateus) van bouw; zeer zelden aan weerszijden.

2024-04-27
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Acusticus-gezwel

gezwel, dat uitgaat van de N. acusticus en van uit de meatus auditorius internus in de achterste schedelgroeve groeit, en, deze vullende, de pons Varoli, het verlengde merg, de kleine hersenen en de hersenzenuwen verdringt; hierdoor gevaarlijk voor het leven, doch goedaardig (fibromateus) van bouw; zeer zelden aan weerszijden.