1) Nieuw, ziekelijk weefsel dat de plaats van ander, gezond weefsel inneemt; 2) tijdelijk dikker worden van gezond weefsel door een ontsteking. Een gezwel kan goedaardig (flinke puist, muggenbult enz.) of kwaadaardig (tumor, kankergezwel) zijn. Gezond weefsel dat tijdelijk dikker wordt door vocht, noemt de dokter meestal een ‘zwelling’, niet een ‘gezwel’. Kijk ook bij tumor, goedaardig, kwaadaardig, carcinoom, zwelling.
gezwel - zelfstandig naamwoord uitspraak: ge-zwel 1. ziekelijke zwelling in een levend organisme ♢ hij had een gezwel in zijn been Zelfstandig naamwoord: ge-zwel het gezwel de gezwellen het gezwelletje Synoniemen tumor
gezwel - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) een onnatuurlijke verdikking in het weefsel ♢ Gelukkig is dit gezwel niet kwaadaardig. Woordherkomst Afgeleid van de stam van zwellen met het voorvoegsel ge-
Gezwel - uitwas (Tumor), in de geneeskunde in het algemeen elke niet door den normalen wasdom te voorschijn geroepen verdikking of omvangstoename van eenig in- of uitwendig lichaamsdeel. Zoo spreekt men b.v. van een kliergezwel en bedoelt dan daarmee een ziekelijke vergrooting of opzwelling van een klier. In het dagelijksch leven noemt men inzonderheid een ziekelijke verdikking aan de oppervlakte van een lichaamsdeel of orgaan een g., en voegt dan aan dit woord den naam van het aangedane lichaam...
GEZWEL, o. (-len;, iedere plaatselijke vermeerdering van de massa van eenig lichaamsdeel, die niet met den normalen lichaamsgroei overeenkomt; — ziekelijke nieuwvorming. GEZWELLETJE, o. (-s).
Gezwel - (syn. tumor, neoplasma) noemt men een weefsel-nieuwvorming, die niet op de een of andere wijze voor het lichaam nuttig of noodig is (bijv. weefsel-nieuwvorming bij groei, ontstekingherstel, als beschutting, enz.). Dit voor het lichaam nuttelooze en soms schadelijke weefsel bestaat uit één of meerdere celsoorten, bijv. vetcellen (lipoma), spiercellen (myoma), bindweefselcellen (fibroma), epitheelcellen e.a. De uitgang „oma” duidt erop, dat men met een g. te doen...
Van het verwensingsversje stik, verrek, verrot, verteer bestaan veel varianten. In één ervan komt de verwensing voor krijg de vliegende teringkoorts, pokken, gezwellen enzovoorts! Deze verwensing is allesbehalve koudbloedig. Zij drukt onnoemelijke woede, haat, verachting e.d. uit en kan wellicht weergegeven worden met ‘voor mij mag je door alle ellende van de wereld overvallen worden, zo vreselijk het schurft heb ik aan je’. zie doodvallen.