Wat is de betekenis van Acustica?

2024-04-27
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Acustica

(v.), → akoestiek

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Acustica

(akustika) geluidsleer

2024-04-27
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

acustica

acustica - Tak van de natuurkunde die zich bezighoudt met geluid en geluidsgolven.

2024-04-27
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

acustica

accoustiek.

2024-04-27
Vreemde woorden in de natuurkunde en namen der chemische elementen

Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)

Acustica

(Gr. akoustikós = het gehoor betreffend; akoúein = horen). Leer van het geluid. Het woord is gevormd naar analogie van mechanica, → physica, etc.

2024-04-27
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Acústica

f. acustiek, gehoor-, toon- of klankleer.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

acustica

enz. ➝ akustika enz.

2024-04-27
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Acustica

geluiden en gehoorleer, de leer van het geluid en van de waarneming hiervan.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Acústica

geluiden- en gehoorleer, de leer van het geluid en van de waarneming hiervan.