Wat is de betekenis van Achtersteven?

(17e eeuw) (sch.) achterwerk, kont. Reeds in het werk van S. van Rusting. • Ik heb mijn stuurboord tegen haar stuurboord geplaatst, mijn voorsteven tegen haar voorsteven, mijn bakboord tegen haar bakboord, mijn achtersteven tegen haar achtersteven. Wat hebt ge nog meer voor haar gedaan? (Sybren Pollet: Het gepijnigde haar: verhalen. 1994) &bu...

achtersteven - Zelfstandignaamwoord 1. (scheepvaart) de achterzijde van een schip 2. (scheepvaart) voortzetting van de kielbalk Woordherkomst samenstelling van achter en steven Synoniemen hek, kont Antoniemen voorsteven, boeg Verwante begrippen spiegel, heklicht

achtersteven - zelfstandig naamwoord uitspraak: ach-ter-ste-ven 1. achterste deel van een schip ♢ onder de achtersteven bevindt zich het roer Zelfstandig naamwoord: ach-ter-ste-ven de achtersteven

Achtersteven - achterste afsluiting van de romp, waar de twee huidvlakken samenkomen. Is extra versterkt, vooral wanneer daarachter of daaronder het roer is opgehangen, De achtersteven ontbreekt, wanneer de twee huidvlakken achter niet samenkomen, maar eindigen tegen een → spiegel. De vorm van de contourlijn van de achtersteven is veelal bepal...

m. (-s), (van een schip) sluitstuk van achteren aan de romp van een schip; (bij uitbr.) het achterste gedeelte van een schip; — (scherts.) het achterste.

m. -s (scheepst.) achtergedeelte van een schip.

(‘achtər) m. (-s) achtergedeelte van een vaartuig. ➝ PL. SCHIP.

Achtersteven - (scheepsb.), bij houten zeilschepen een rechthoekige balk, die met kiel en voorsteven het voornaamste langsverband van het schip uitmaakt. Aan den a. wordt de hekbalk bevestigd. De hekbalk rust met beide uiteinden in het achterste spant en dient om er de onderste deelen van den spiegel aan te bevestigen. Aan den a. worden de gangen v...

achtersteven - ach'tersteven, m. (-s), 1. (van een schip) (ook: schroefsteven) sluitstuk van achteren aan de romp van een schip, in het bijzonder dat deel van het schroefraam (afb.) waaraan het roer wordt opgehangen; 2. (bij uitbreiding) het achterste gedeelte van een schip; 3. (scherts.) het achterste.