achtermeluk
(1924) (Barg.) achterzakje (op pantalon). • Godallejezus... hij moest maar alles in zijn achtermeluk bergen. (Israël Queri-do, De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 4: Mooie Karel. 1925 (zesde druk). Eerste druk: 1924) • achtermeluk, (Barg.) zakje achter op de pantalon. (Fokko Bos: De vreemde woorden. 1955)