Wat is de betekenis van achterbout?

2024-04-26
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

achterbout

Hiermee worden de bouten van slachtvlees bedoeld, die door het rugstuk (= zadel) aan elkaar zijn verbonden. De achterbout dient te worden gebraden in een pantser van bladerdeeg, rundvet en zout. Wordt ook wel aangeduid met “achterkwartier” (= in het Frans “Baron”)

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Achterbout

s., efterfearn (it).

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Achterbout

m. (-en), een der achterdfien of achterste bouten van een slachtdier, meest in de zin van een geheel achtervierendeel.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

achterbout

(’achtər) m. (-en) 1. een der achterste bouten van een lam. schaap, kalf enz. 2. achtervierendeel.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

achterbout

achterbout, m. (-en), elk der achterdijen of achterste bouten van een slachtdier; meest in de zin van een geheel achtervierendeel.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Achterbout

ACHTERBOUT, m. (-en), een der aohterdijen of achterste bouten van een kalf, schaap, lam enz; — een geheel aohtervierendeel ervan.