Wat is de betekenis van achter de haag lopen?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

achter de haag lopen

(19e eeuw) (Vlaanderen, schol.) spijbelen. • Achter hage loopen (blijven, hangen, zitten), hage planten; haagje schuilen; haag stooten: heimelijk de school verlaten. (Noord en Zuid. Jaargang 21. 1898) • (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. 1900) • Zoo vinden we o.m. het anders zeer t...