accountancy
(zelfstandig naamwoord) [fin.] bedrijfsadvisering, financiële advisering, financiële toetsing - Hij zit in de bedrijfsadvisering.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [fin.] bedrijfsadvisering, financiële advisering, financiële toetsing - Hij zit in de bedrijfsadvisering.
Wiktionary (2019)
accountancy - Zelfstandignaamwoord 1. (financieel) werk dat de accountants zouden moeten uitvoeren d.w.z. het beroepsmatig jaarrekeningen controleren of opmaken of de administraties voeren van de bedrijven Woordherkomst leenwoord van het Engels
Jan Meulendijks (1993)
werk, leer en wetenschap van de accountants; het inrichten, bijhouden en controleren van de boekhouding
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
is de naam van het beroep van den accountant en omvat als leervak in hoofdzaak de kennis van „inrichtingsleer” en „controleleer”, waarvan de inhoud volgens het examenprogramma van het Ned. Instituut van Accountants (1946) aldus kan worden weergegeven: Inrichtingsleer kennis van de beginselen der statistische methode en vaar...
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
( Eng. account == rekening), rekeningwetenschap, is de leer van de inrichting en van de controle van de administratieve verantwoording. Onder a. wordt verder in het alg. begrepen al hetgeen samenhangt met het accountantsberoep. Lit.: F. W. Pixley, Accountancy (31927 ?). C.Janssens.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: