Wat is de betekenis van abri?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

abri

Het begrip abri heeft 2 verschillende betekenissen: 1) wachtruimte bij een halte. overdekte, niet afgesloten wachtruimte bij een bushalte of tramhalte; bushokje. 2) rookcabine; rokershokje. kleine ruimte die eruitziet als een bushokje waar men mag roken bij een openbare gelegenheid; rookcabine; rokersabri.

2024-04-28
Neologismen

Instituut voor de Nederlandse Taal (2020)

abri

kleine ruimte die eruitziet als een bushokje waar men mag roken bij een openbare gelegenheid; rookcabine; rokersabri In de volksmond worden de rookcabines ook wel bushokjes of abri's genoemd. Haarlems Dagblad, Voor het UMCG Groningen staat regelmatig personeel te roken. Zeer onwenselijk, vindt het ziekenhuis en vraagt medewerkers naar...

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

abri

abri - Zelfstandignaamwoord 1. (verkeer) een wachthuisje bij een halte van het openbaar vervoer Hij schuilde in een abri tegen de motregen. Woordherkomst uit het Frans

2024-04-28
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Abri

Abri - (Fr.) beschutting tegen de wind achter een auto, motor of renner. Hierdoor vermindert de luchtweerstand en kan de renner zijn energie sparen. Lett. schuilplaats.

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

abri

abri - zelfstandig naamwoord uitspraak: a-bri 1. hokje waarin je op de bus kunt wachten ♢ in de abri hangt de dienstregeling van de bus Zelfstandig naamwoord: a-bri de abri de abri's...

2024-04-28
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

abri

abri: woord dat uit het Frans stamt en dat 'schuilplaats' of 'beschutting' betekent; het wordt heel soms gebruikt in het stayersmilieu en refereert dan aan de dikke kleding van de gangmaker die zijn wielrenner zo veel mogelijk uit de wind zet en hem op die manier bescherming en aanzuiging biedt; slipstream, stayer.

2024-04-28
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

abri

Franse term voor beschutting tegen de wind achter een auto, motor of renner. Hierdoor vermindert de luchtweerstand en kan de renner zijn energie sparen. Een renner met een goeie abri hoeft dus niet zoveel kracht te gebruiken. De term ‘abri’ betekent eigenlijk: schuilplaats. Zoals vaak diende de auto met zijn vrouw Greta achter het stuur als abri om...

2024-04-28
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

abri

(de; -’s) - plek vlak achter een (gang-makende) motor, auto of renner waar een renner beschutting tegen de wind heeft en waar een zuiging (soort luchtledigheid, vacuüm) ontstaat waarvan de renner kan profiteren om snel(ler) te fietsen met verbruik van relatief minder kracht. • Bij het stayeren rijdt de renner met zijn fiets bijna tegen de rol van d...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Abri

Abri, van het Oudfranse abrier, "beschutten", is een schuilplaats tegen weer en wind bij een tram- of bushalte. Ze behoort in A. tot het straatmeubilair*. De eerste abri verscheen in 1952 aan de Klaprozenweg bij de Pomonastraat. Voorafgaande aan de abri's kende het Vervoerbedrijf wachthuisjes. De duurste abri werd op 19 jan. 1983 bij de halte van l...