aanvuren
aanvuren - Werkwoord 1. aanwakkeren Woordherkomst samenstelling van aan(voorzetsel) en vuren(werkwoord)
Wiktionary (2019)
aanvuren - Werkwoord 1. aanwakkeren Woordherkomst samenstelling van aan(voorzetsel) en vuren(werkwoord)
Van Dale Uitgevers (1950)
(vuurde aan, heeft aangevuurd), 1. (veroud. en fig.) sterker doen branden, geheel in vuur zetten; 2. (fig.) (neigingen, hartstochten) aanwakkeren, krachtig opwekken: iemands ijver aanvuren ; — (personen) sterk aansporen tot iets goeds, met geestdrift vervullen, om te streven naar een edel doel.
M. J. Koenen's (1937)
vuurde -, h. -gevuurd (aanwakkeren; aansporen [tot iets goeds]): iems. moed —; de troepen —; -vuring, v. —en.
Jozef Verschueren (1930)
('a:n) (vuurde aan, heeft aangevuurd) krachtig opwekken tot iets goeds : iemands ijver -. Syn. → aandrijven (I 2).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
aanvuren - (vuurde aan, heeft aangevuurd), (fig.) (neigingen, hartstochten) aanwakkeren, krachtig opwekken: iemands ijver —; (personen) sterk aansporen tot iets goeds.
J.H. van Dale (1898)
Aanvuren - (vuurde aan, heeft aangevuurd), (veroud. en fig.) sterker doen branden, geheel in vuur zetten; (fig.) (neigingen, hartstochten) aanwakkeren, krachtig opwekken: iemands ijver aanvuren; (personen) sterk aansporen tot iets goeds, met geestdrift vervullen), om te streven naar een edel doel. AANVURING, v. AANVUURDER, m. (-s). AANVUURST...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: