Wat is de betekenis van aanstichten?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanstichten

aanstichten - Werkwoord 1. veroorzaken Hij wordt beschuldigd van het aanstichten van rellen. De verdachte heeft bekend de brand te hebben aangesticht. Woordherkomst samenstelling van aan(voorzetsel) en stichten(werkwoord)

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Aanstichten

v., oansticht(sj)e.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanstichten

(stichtte aan, heeft aangesticht), de eerste bewerker zijn van, veroorzaken, teweegbrengen, thans uitsl. in zeer ongunst. zin.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aanstichten

stichtte -, h. -gesticht (het eerst veroorzaken, de eerste bewerker zijn, meest, van iets kwaads): tegen iem.kwaad-; -stichter, m.-s (bewerker); -stichtster, v.-s: dedezer consternatie; -stichting, v.: op - van.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanstichten

('a:n) (stichtte aan, heeft aangesticht) Iets kwaads teweegbrengen.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanstichten

aan'stichten (stichtte aan, heeft aangesticht), de eerste bewerker zijn van, veroorzaken, teweegbrengen, thans uitsluitend in zeer ongunstige zin.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aanstichten

Aanstichten - (stichtte aan, heeft aangesticht), de eerste bewerker zijn van, het eerst veroorzaken, teweegbrengen. AANSTICHTER, m. (-s). AANSTICHTSTER, v. (-s). AANSTICHTING, v.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)