aanstichten
aanstichten - Werkwoord 1. veroorzaken ♢ Hij wordt beschuldigd van het aanstichten van rellen. ♢ De verdachte heeft bekend de brand te hebben aangesticht. Woordherkomst samenstelling van aan(voorzetsel) en stichten(werkwoord)
Wiktionary (2019)
aanstichten - Werkwoord 1. veroorzaken ♢ Hij wordt beschuldigd van het aanstichten van rellen. ♢ De verdachte heeft bekend de brand te hebben aangesticht. Woordherkomst samenstelling van aan(voorzetsel) en stichten(werkwoord)
Van Dale Uitgevers (1950)
(stichtte aan, heeft aangesticht), de eerste bewerker zijn van, veroorzaken, teweegbrengen, thans uitsl. in zeer ongunst. zin.
M. J. Koenen's (1937)
stichtte -, h. -gesticht (het eerst veroorzaken, de eerste bewerker zijn, meest, van iets kwaads): tegen iem.kwaad-; -stichter, m.-s (bewerker); -stichtster, v.-s: dedezer consternatie; -stichting, v.: op - van.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
aan'stichten (stichtte aan, heeft aangesticht), de eerste bewerker zijn van, veroorzaken, teweegbrengen, thans uitsluitend in zeer ongunstige zin.
J.H. van Dale (1898)
Aanstichten - (stichtte aan, heeft aangesticht), de eerste bewerker zijn van, het eerst veroorzaken, teweegbrengen. AANSTICHTER, m. (-s). AANSTICHTSTER, v. (-s). AANSTICHTING, v.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: