Wat is de betekenis van Aanschouwer—toeschouwer?

2025-07-15
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Aanschouwer—toeschouwer

Bij het gebruik van het eerste woord denkt men meer uitsluitend er aan, dat de persoon, die ziet, zijn gezichtsvermogen gebruikt, terwijl bij het laatste tevens verondersteld wordt, dat de geest van den persoon werkzaam is en als ’t ware aan de handeling, die hij ziet, deelneemt. Aanschouwer kan men zijn van eene handeling, van eene werking d...

Gerelateerde zoekopdrachten