Aanschouwer
m. (-s), AANSCHOU'WSTER, v. (-s), die aanschouwt; die van een handeling of een natuurwerking (vaak toevallig) getuige is.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), AANSCHOU'WSTER, v. (-s), die aanschouwt; die van een handeling of een natuurwerking (vaak toevallig) getuige is.
M. J. Koenen's (1937)
m. — s (iem., die aanschouwt, die van iets toevallig getuige is). Opm. Iem., die met belangstelling iets aanziet en volgt is een toeschouwer.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
Aanschouwer - m. (-s). AANSCHOUWSTER, v. (-s), die aanschouwt; die van eene handeling of eene natuurwerking (vaak toevallig) getuige is.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: