Wat is de betekenis van aanschieten?

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanschieten

aanschieten - Werkwoord 1. licht raken 2. vlug aandoen 3. toesnellen Woordherkomst samenstelling van aan(voorzetsel) en schieten(werkwoord)

2024-04-30
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

aanschieten

aanschieten - onregelmatig werkwoord uitspraak: aan-schie-ten 1. door schieten iemand verwonden ♢ het hert is aangeschoten door de jager 2. snel aantrekken ♢ zij heeft even een trainingspak aang...

2024-04-30
Jargon & Slang van Televisiemakers

Marc de Coster (2017)

Aanschieten

Aanschieten - in beeld brengen, filmen vanuit een bepaalde hoek. Zie ook hemeltje. Bij elke camerabeweging: tilten, pannen, rijden, liften, moet altijd terdege worden opgelet dat een lichtbron nimmer rechtstreeks of via een spiegelend vlak wordt 'aangeschoten'. - Werken met video (1984) ​

2024-04-30
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Aanschieten

v., oansjitte.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanschieten

(schoot aan, heeft en is aangeschoten), I.overg., 1. licht kwetsen door een schot (wild); — (fig.) hij is aangeschoten, licht dronken; 2. voor de eerste maal afvuren, (een geweer) beproeven; 3. haastig aantrekken: een kledingstuk aanschieten; — (fig.) zijn verbeelding schoot vleugelen aan, nam hoger vlucht; 4. &...

2024-04-30
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

aanschieten

aanvallen; hij heeft die vrijer aangeschoten.

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aanschieten

schoot-, h. (1, 2), i. (3) -geschoten (1 licht kwetsen door een schot inz. v. wild; 2 haastig aandoen; 3 toesnellen op); 1 een haas aangeschoten, licht dronken; 2 een kledingstuk -; zegsw. zijn verbeelding schoot vleugels -, nam een hogere vlucht; 3 op iem. (komen) -.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanschieten

('a:n) (schoot, schoten aan; aangeschoten) I. (heeft) 1. bij het schieten licht treffen : een patrijs -. zie: aangeschoten. 2. voor de eerste maal afvuren : een geweer -. 3. schielijk aantrekken : zijn broek -. zie: vleugel. Syn. zie: aandoen (1). II. (is) 1. snel afkomen : op iemand -. 2. Scheepst. voortdurend onstuimiger worden : de...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanschieten

aan'schieten (schoot aan, heeft en is aangeschoten), I. overg., 1. licht kwetsen door een schot (wild); (fig.) hij is aangeschoten, licht dronken; 2. voor de eerste maal afvuren, (een geweer) beproeven; 3. haastig aantrekken: een kledingstuk —; 4. iemand —, iemand bij een min of meer toevallige ontmoeting even aanklampen voor een kort gesprek, II....