Wat is de betekenis van Aanrotzooien?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

aanrotzooien

1. (1990) (inf.) scharrelen, een (losse) verhouding hebben (met iemand). Syn.: aanrommelen*. • Janita Ravesloot kan er boos over worden, dat in sommige jongerenbladen de indruk wordt gewekt dat jongeren maar wat aanrotzooien. Jongeren weten dat relaties breekbaar zijn. (Trouw, 24/10/1990) • De beslissingen die vrouwtjes kunnen nemen bij...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanrotzooien

aanrotzooien - Werkwoord 1. (inerg) onnadenkend te werk gaan Bij het grote publiek bracht deze felle vorm van artistiek beleven een duidelijke schok teweeg en soms zelfs een afgrijzen bij het horen van Karel Appel's uitspraak ‘ik rotzooi maar wat aan’. Woordherkomst samenst...

2024-04-29
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Aanrotzooien

zomaar wat doen; zonder plan te werk gaan; aanmodderen. Het copyright van deze sappige uitdr. berust bij de schilder Karei Appel, die op 29 januari 1955 in een in-terview met Vrij Nederland de legendarische woorden sprak: ‘Ik schilder, ik rotzooi maar een beetje an.’ Een paar dagen later herhaalde Simon Carmiggelt Appels uitspraak in een ‘Kronkel’,...

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)