Wat is de betekenis van aanporren?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanporren

aanporren - Werkwoord 1. (ov) aansporen 2. (ov) iemand een veelbetekenende por geven Woordherkomst samenstelling van aan(voorzetsel) en porren(werkwoord)

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Aanporren

v., oanpoar(k)je, oantrúnje (oan)poanne, (oan)puonne, oanfiterje.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanporren

(porde aan, heeft aangepord), (de luie, trage, nalatige, onverschillige) aanzetten, aansporen : als je hem niet telkens aanport, voert hij niets uit; de loodgieter is weer niet gekomen, ik zal hem eens moeten aanporren.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aanporren

porde -, h. -gepord (eig. een por geven met zeker doel; fig. aansporen, aanzetten): iem. tot de studie -.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanporren

(porde aan, heeft aangepord) herhaaldelijk aansporen : tot de studie -. Syn. zie: aandrijven (I 2).

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanporren

aan'porren (porde aan, heeft aangepord), (de luie, trage, nalatige, onverschillige) aanzetten, aansporen: als je hem niet telkens aanport, voert hij niets uit. aan'poten aan'poten (pootte aan, heeft aangepoot), 1. (gemeenz.) flink aanstappen; 2. flink voortgang maken met het werk waaraan men bezig is, aanpakken; vgl. poot aan spelen. 2 (gewas) aan'...

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aanporren

Aanporren - (porde aan, heeft aangepord) (den luie, trage, onverschillige) aanzetten, aansporen, aanprikkelen; - iem. tot vijandige gezindheid jegens anderen aansporen, opzetten, aanhitsen. AANPORRING, v. (-en).

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Aanporren

zie Aandrijven.