Wat is de betekenis van aanhangen?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanhangen

aanhangen - Werkwoord 1. (inerg) hangend blijven vastzitten Er hing een druppel aan. 2. (ov) hangend bevestigen Er werd een merkteken aangehangen. 3. (ov) toegedaan zijn Hij hing de gedachte aan...

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

aanhangen

aanhangen - onregelmatig werkwoord uitspraak: aan-han-gen 1. ergens aan blijven hangen ♢ zet de spinazie op met aanhangend water 2. iemand erg waarderen ♢ dit zijn de mensen die de politicus tro...

2024-04-29
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

aanhangen

1. tabellen, kaarten enz. vastplakken aan stroken papier die vooraf tot boek zijn gebonden. 2. aan weerszijden van een katern andere katernen vastplakken, zodat ter voorkoming van een te dik boekblok - volstaan kan worden met het vastnaaien van alleen de middelste katern. -adhere.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanhangen

(hing aan, heeft aangehangen), 1. hangende vast blijven zitten, in versch. betekenissen: vastkleven: de modder hangt aan; — zich vastzetten: de melk is erg dun, zij hangt niet aan (aan het glas); — wol, cheviot hangt erg aan, op die stoffen hechten zich pluisjes en stof gemakkelijk vast; — het kind hangt va...

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanhangen

('a:n) (hing aan, heeft aangehangen) 1. hangend er aan vastzitten ; die japon hangt haar slordig aan. 2. vastkleven;iwol hangt erg aan. 3. steeds vergezellen : hij hangt mij aan als een klis. 4. gehecht, toegedaan zijn: iemand met liefde -; een staatsman, een partij -. Syn. volgen, voorstaan. 5. geloven in: een mening .

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanhangen

aan'hangen (hing aan, heeft aangehangen), 1. hangende vast blijven zitten, in verschillende betekenissen; vastkleven: de modder hangt aan; zich vastzetten: de melk is erg dun, zij hangt niet aan (aan het glas); wol hangt erg aan, op die stof hechten zichpluisjes en stof gemakkelijk vast; 2. (fig.) iemand —, door liefde, hoogachting of eensgezindhei...

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aanhangen

Aanhangen - (hing aan, heeft aangehangen), (kleederen) los of slordig aan het lijf zitten; vast-kleven: de modder hangt aan; - wol, cheviot hangt erg aan, op kleeren daarvan gemaakt, hechten zich pluisjes en stof gemakkelijk vast; (fig.) het kind hangt vandaag erg aan, wil veel in de handen genomen zijn; (scheepst.) h...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)