aaneensluiten
aaneensluiten - Werkwoord 1. absoluut dicht tegen elkaar aankomen 2. (ov) dicht met elkaar verbinden 3. (refl) zich ~: zich verenigen Woordherkomst samenstelling van aaneen en sluiten
Wiktionary (2019)
aaneensluiten - Werkwoord 1. absoluut dicht tegen elkaar aankomen 2. (ov) dicht met elkaar verbinden 3. (refl) zich ~: zich verenigen Woordherkomst samenstelling van aaneen en sluiten
M. J. Koenen's (1937)
sloot -, h. -gesloten (1 aan elkaar boeien, met e. hangslot verbinden; 2 innig aan elkaar verbinden; 3 goed in of aan elkaar passen): 1 gevangenen -; 2 - door vriendschap; z. -; 3 de ramen moeten goed -.
Jozef Verschueren (1930)
(a:n'e:n) (sloot, sloten aaneen; heeft aaneengesloten) 1. met hangsloten aan elkaar boeien : gevangenen -. 2. innig aan elkander verbinden : door vriendschap aaneengesloten. 3. aan elkaar passen : de bladen der uittrektafel sluiten niet aaneen. aaneensluiting v. (-en).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
aaneensluiten (sloot aaneen, heeft aaneengesloten), 1. met elkaar verbinden (door boeien, meteen hangslot enz.); 2. zich —, zich aan elkaar verbinden, een verbond sluiten, gezamenlijk optreden: de arbeiders hebben zich aaneengesloten tot vakverenigingen.
J.H. van Dale (1898)
Aaneensluiten - (sloot aaneen, heeft aaneengesloten) aan elkander verbinden (door boeien met een hangslot), (fig.) (door liefde, vriendschap); zonder tusschenruimte aan elkander sluiten: de deuren sluiten niet goed aaneen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: