aanbakken
aanbakken - Werkwoord 1. ergatief door het bakken aankoeken, vasthechten, vastkleven aan de pan ♢ Hoewel hij driftig aan het roeren was, bakte het eten toch aan. Woordherkomst samenstelling van aan(voorzetsel) en bakken(werkwoord)
Wiktionary (2019)
aanbakken - Werkwoord 1. ergatief door het bakken aankoeken, vasthechten, vastkleven aan de pan ♢ Hoewel hij driftig aan het roeren was, bakte het eten toch aan. Woordherkomst samenstelling van aan(voorzetsel) en bakken(werkwoord)
Muiswerk Educatief (2017)
aanbakken - regelmatig werkwoord uitspraak: aan-bak-ken 1. licht of kort bakken in olie of boter ♢ je moet de kipfilet eerst even aanbakken en daarna de uitjes erbij doen Regelmatig werkwoord: aan-bak-ken ik bak aan...
Van Dale Uitgevers (1950)
(bakte aan, is en heeft aangebakken), vastbakken, -kleven ; — (spr.) hij zal nog aan de haard aanbakken, hij zit altijd thuis; — 2. (fig.) onaangename gevolgen hebben; — 3. (fig.) sterk aanvriezen. AANBAKSEL, o. (-s), aangebakken korst.
Jozef Verschueren (1930)
(a:n) (bakte aan, aangebakken) I. (heeft) vlugger bakken. II. (is) 1. zich door bakken vasthechten : de rijst is aangebakken. 2. zich als een korst afzetten : dat vuil is tegen de muur aangebakken.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
aan'bakken (bakte aan, is en heeft aangebakken), 1. vastbakken, -kleven; zich vastzetten (b.v. van vuiligheid); 2. (fig.) onaangename gevolgen hebben; 3. (fig.) sterk aanvriezen.
J.H. van Dale (1898)
Aanbakken - (bakte aan, is en heeft aangebakken), vastbakken aan de pan; voortmaken met bakken; (fig.) sterk aanvriezen; - aan den haard aanbakken, altijd thuis zitten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: