aamborstig
...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (-er, -st), kortademig, een moeilijke ademhaling hebbende, asthmatisch; —HEID, v., kortademigheid, moeilijke ademhaling, asthma. AAMLOOS, bn. bw., 1. ademloos ; — 2. (Zuidn.) zonder wind, windstil.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
aamborstig - Bijvoeglijk naamwoord 1. kortademig. Woordherkomst Afkomstig van de samentrekking van adem (aâm) en de oude betekenis van borst (gebrek), dus letterlijk gebrekkige adem. Samenstellende afleiding van aam (adem) en borst met het achtervoegsel -ig
Dr. E. Schröder (1980)
Men is geneigd aamborstig te verklaren uit ademborstig, omdat aamborstige mensen kortademig zijn. Deze etymologie is echter onjuist, zoals blijkt uit oude geschriften. In Dodonaeus’ beroemde Cruydtboeck dat omstreeks 1600 is geschreven, is de schrijfwijze óf: anborsticb, óf: amborstich. De vorm met anis de oudste, want de n kan...
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj., near; (vooral v. paarden), dimpen, dimpich, dempich, dampich; (asthmatisch), nearboarstich; zijn, fol yn 't boarst wêze, it op it boarst hawwe; — ademhalen, smûge; — persoon, smûger.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: