Wat is de betekenis van aai?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

aai

liefkozing met de hand. zachte, liefkozende streek met de hand; liefkozing waarbij met hand iemand strelend aangeraakt wordt. Voorbeelden: De cavia speelt graag en heeft ook wel wat meer aandacht nodig dan alleen een schoon hok, voer en af en toe een aai. http://home.kabelfoon.nl/~lodder/cavia.htm Hier stond ik met mijn armen...

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

aai

(1955) (oorspr. euf.) (daarna vnl. Den Haag, inf.) klap. • Toen de fotograaf zich, nadat de klep was geopend, even omdraaide gaf een der leeuwen hem door de tralies heen een „aai" met het gemelde gevolg. (Leeuwarder courant, 11/03/1955) • (Ad van Gaalen en Frans van den Mosselaar: “Kèk mè nâh.”...

2024-04-25
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Aai

Vooral Friese naam. Het is mogelijk dat deze naam als verkorting van Adrianus ontstaan is, maar vooral in Friesland en Groningen is een afleiding van namen met de Germaanse stam agi- (zie eg- en vergelijk Age) of van namen met Adel- (zie adel- en vergelijk Ade) het meest waarschijnlijk. In de 17e eeuw werd de naam verlatijnst tot Aienius of Aikeniu...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aai

aai - Zelfstandignaamwoord 1. streling, liefkozing Haar moeder gaf haar een aai over haar hoofd Maar de ouderwetse aai, de letterlijke schouderklop of de borstkroel vinden alle honden véél belangrijker. Ze zijn ouderwets. 2. pijnlijke slag ...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

aai

aai - zelfstandig naamwoord 1. strijkende liefkozing ♢ Hilco gaf haar een aai langs haar wang 1. een aai over de bol geven [een complimentje] Zelfstandig naamwoord: aai ...

2024-04-25
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

aai

(bw) altijd TM.

2024-04-25
ABC van de Hengelsport

Van Onck (1972)

Aai

Aai - (zie Paling en Zeepaling).

2024-04-25
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Aai

m Vooral Fri. naam. Het is mogelijk dat deze naam als verkorting van Adriaan ontstaan is, maar vooral in Fri. en Gron. is een afleiding van namen met de Germaanse stam agi- (zie eg- en vgl. Age) of van namen met Adel- (zie adel- en vgl. Ade) het meest waarschijnlijk. In de 17e eeuw werd de naam verlatijnst tot Aienius, Aikenius.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

aai

geaai, streel; vlei.