Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

aai

betekenis & definitie

liefkozing met de hand.

zachte, liefkozende streek met de hand; liefkozing waarbij met hand iemand strelend aangeraakt wordt.

Voorbeelden:
De cavia speelt graag en heeft ook wel wat meer aandacht nodig dan alleen een schoon hok, voer en af en toe een aai.
http://home.kabelfoon.nl/~lodder/cavia.htm

Hier stond ik met mijn armen vol droog wasgoed en ginder stond hij boven op de trap aan de voordeur bij de buurvrouw, met onze hond - die ook dat huis bewaakt, het is te zeggen: ook blaft als daar visite komt - die hem wild blaffend achterna gerend was en nu aan zijn broekspijpen snuffelde terwijl ze om een aai bedelde.
Helene Hemelaers, Die kleine dingen, 1984

'Hoi Daze,' zei hij, met een aai over Charlies pluizige rode haartjes. 'Hoi minimannetje. Alles goed?'
https://books.google.nl/books?id=tOVGCgAAQBAJ&pg=PT62&dq=%22een+aai%22+vader&hl=nl&sa=X&ved=0CCkQ6AEwAjgoahUKEwi9vOeSt9PHAhWKthQKHdmpAEU#v=onepage&q=%22een%20aai%22%20vader&f=false, 2015