Wat is de betekenis van italiaan?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

italiaan

italiaan - Zelfstandignaamwoord 1. (kookkunst) restaurant met een Italiaanse keuken Wij gaan vanavond eten bij de italiaan. 2. (verkeer) een auto van een Italiaans merk Een italiaan ziet er altijd goed uit, maar of hij altijd zo goed rijdt is maar de vraag....

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Italiaan

s., Italiaen.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Italiaan

in. (...lianen), volkst. ITALIA ANDER, 1.persoon geboortig uit Italië ; — (overdr.) Italiaans schip 2. (Zuidn.) rondreizende muzikant; 3.. soort van populier.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Italiaan

m. Italianen (man, uit Italië geboortig; schip onder Italiaanse vlag; Z.-N. Italiaanse populier).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Italiaan

(itali'a:n) m. (...lianen) inboorling, man afkomstig van Italië. Enc. De echte Italiaan, niet die van het noorden, maar de zuidelijke, is bruin, zwart van haar en ogen, hooghartig, ridderlijk en wraakzuchtig met plotseling op vlammende drift. Hij is een geboren zanger, dichter en muzikant, opgeruimd, oppervlakkig en kinderlijk blij onder...

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Italiaan

m. (-lianen), 1. persoon geboortig uit Italië; 2. (overdr.) Italiaans schip of Italiaans merk.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)